Worden Vlaamse energiescores gemanipuleerd voor beter EPC label?
Naar aanleiding van de reportage van ‘Factcheckers’ op VRT omtrent de aanpak van sommige energiedeskundigen, onderzocht Realo in samenwerking met de krant De Tijd of er systematische problemen te vinden zijn in de EPC scores die worden toegekend aan Vlaamse huizen.
De tv-uitzending liet zien dat er aanzienlijke verschillen kunnen optreden in de beoordeling van de energie-efficiëntie van een huis, wat invloed heeft op het toegekende energielabel en dus op de waarde van het onroerend goed. Bij één specifieke woning resulteerden vier verschillende beoordelingen in drie afwijkende labels: een oranje D-label, waarmee het huis net aan de Vlaamse renovatieverplichtingen ontsnapte, een beter C-label en zelfs een lichtgroen B-label.
Omdat verkopers sinds 2019 verplicht zijn om een geldig EPC-certificaat te vermelden bij hun zoekertje, beschikt Realo over een uitgebreid overzicht van de verdeling van EPC scores in Vlaanderen. Op basis van deze cijfers, berekende De Tijd dat het aantal certificaten met een energiescore van 290 tot 299 kWh/m² per jaar (wat overeenkomt met een C-label in Vlaanderen), ligt 15 procent hoger dan verwacht. Daarentegen is het aantal certificaten met een score tussen 300 en 309 kWh/m² (net geen label C meer), bijna 17 procent lager dan voorspeld. Bij de grens van een D-label zien we een verschil van +14,5 en -11 procent. Een soortgelijk patroon is ook zichtbaar bij het veel betere B-label. Eerder onderzoek van De Tijd, in samenwerking met Realo, toonde aan dat het energielabel steeds meer invloed heeft op de woningprijs.
Om die cijfers nog iets beter te duiden, hieronder een illustratie:
Om te begrijpen hoeveel de EPC scores afwijken van wat in een normale situatie zou voorvallen, wordt een verdeling gesimuleerd die geen afwijkingen vertoont:
Wanneer we die twee verdelingen over elkaar leggen, de echte situatie en de gesimuleerde situatie, is het nog duidelijker dat EPC scores rond de labelgrenzen niet het verwachte patroon volgen, maar veel vaker voorkomen net ónder een labelgrens en veel minder vaak net bóven de labelgrens. Met andere woorden, er lijkt systematisch naar beneden afgerond te worden wanneer EPC scores zich dicht bij een labelgrens bevinden.